De geschiedenis van de luchthaven van Zaventem begint ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Toen de Duitsers een geschikt terrein zochten voor het opslaan en onderhouden van zeppelins, kozen ze een grasveld nabij de Haachtsesteenweg in Haren, een deelgemeente van Evere. Er werden enkele houten loodsen opgetrokken, van waaruit zeppelinvluchten werden georganiseerd die hoofdzakelijk dienen voor bombardementen van parijs. De zeppelinloodsen bleven na de oorlog en het vertrek van de Duitsers dienst bleven doen voor het Belgische leger, dat er een vliegbasis in onderhield.

De houten constructies werden, na een verwoestende brand in 1921, vervangen door een echte bakstenen luchtvaartterminal. De eerste lijnvluchten voor passagiers vonden de de luchthaven plaats vanaf 1923, toen Sabena boven de doopvondt werd gehouden. Vanaf dat moment was een vaste aanwezigheid van luchtvaartactiviteiten een feit.

De luchthaven van Haren in 1929

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak bouwden de Duitsers opnieuw een vliegbasis in de buurt, deze keer op het vlakke landbouwgebied tussen Melsbroek en Steenokkerzeel. De oorspronkelijke site in Haren bleek namelijk al snel te klein, waardoor de zone in Melsbroek in dienst werd genomen als reserve-vliegveld. De toenemende vraag tijdens de oorlog zorgde er echter al snel voor dat het reserve-vliegveld werd omgevormd tot volwaardige luchthaven, dat de naam “Fliegerhorst Melsbroek” droeg. De nieuwe basis werd verbonden met het vliegveld van Haren door een lange taxiweg van maar liefst 4 kilometer lang.

Ook deze keer bleef het vliegveld van Melsbroek in gebruik na het vertrek van de Duitse bezetter, en werd het militaire luchthaventerrein geconverteerd voor civiele doeleinden. De landingsbanen werden verlengd, en een nieuw luchthavengebouw werd opgericht. Alles wat met burgerluchtvaart te maken had, verlegde zich langzaamaan van Haren naar het nieuwe terrein in Melsbroek.

Eind jaren 60 viel tenslotte definitief het doek over de luchthaven van Haren, toen de NAVO besloot om er een hoofdkwartier te bouwen. Enkele gebouwen bleven echter bewaard tot 2006, een unicum in Europa, maar werden toen gesloopt toen het nieuwe hoofdkwartier van de NAVO werd gebouwd.

Het luchtvaartterrein van Melsbroek groeide echter met rasse schreden. De vraag naar burgerluchtvaart steeg, en historische evenementen zoals de Wereldtentoonstelling van 1958 te Brussel wakkerden die vraag alleen maar harder aan. In 1956 werd een nieuw luchthavengebouw opgericht, en vonden er ingrijpende wijzigingen plaats aan de beschikbare landingsbanen. Dat gebeurde opnieuw in de jaren 70, toen de luchthaven werd vernieuwd en uitgebreid om tegemoet te komen aan de steeds groter wordende lijnvliegtuigen. Het vrachtverkeer werd afgesplits naar Brucargo aan de Haachtsesteenweg.

Een volgende vernieuwing van de luchthaven vond plaats in de jaren 90, met wederom een nieuw luchthavengebouw, een nieuwe B-pier en een grondige renovatie van de reeds bestaande pieren.